Edith Frank-Holländer was de moeder van Anne Frank, de wereldberoemde schrijfster van het dagboek dat de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog vastlegde. Edith werd geboren op 16 januari 1900 in Aachen, Duitsland, en trouwde in 1925 met Otto Frank. Samen kregen zij twee dochters: Margot en Anne.
Leven en gezin
Edith groeide op in een welgestelde Joodse familie in Duitsland en vestigde zich na haar huwelijk in Frankfurt. Later verhuisde het gezin naar Amsterdam, waar ze een relatief rustig leven leidden voordat de oorlog hun dagelijks leven volledig verstoorde. Als moeder probeerde Edith haar dochters te beschermen en een gevoel van normaliteit te bewaren, hoewel Anne in haar dagboek soms de spanningen tussen hen beschrijft – iets dat typerend is voor de relatie tussen moeder en puberdochter.
Onderduikperiode in het achterhuis
Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook het gezin Frank onder in het Achterhuis in Amsterdam, samen met andere onderduikers. Het leven in deze verborgen ruimte was zwaar en vol uitdagingen. Edith Frank-Holländer probeerde haar dochters te ondersteunen en rust te bewaren in een situatie die voortdurend werd bedreigd door angst en onzekerheid.
Tragisch overlijden
Edith Frank overleefde de Holocaust helaas niet. In januari 1945 werd zij gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en later naar Bergen-Belsen, waar ze op 6 januari 1945 stierf, slechts enkele weken voor de bevrijding. Haar dood is een hartverscheurende herinnering aan de wreedheden van de Holocaust en de persoonlijke verliezen die miljoenen Joodse families troffen.